Toelichting gebruikte termen bij kerncijfers Indicatie zorg zonder en met verblijf

Totaal ZZV-AWBZ/Wlz en/of ZMV-AWBZ/Wlz

Totaal zorg zonder verblijf en/of zorg met verblijf, gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten/Wet langdurige zorg

Zorg zonder verblijf is zorg aan cliënten die niet in een instelling verblijven. Dit betreft zorg die de cliënt op afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of die de zorgaanbieder bij de cliënt aan huis levert. Het kan gaan om zorg voor ouderen, chronisch zieken, mensen met een handicap, mensen met langdurige psychische problemen of mensen die tijdelijk zorg nodig hebben. Vanaf 2015 zijn bij zorg zonder verblijf alleen de indicaties van Wlz-indiceerbaren opgenomen.

Zorg met verblijf is zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling. Het kan gaan om zorg in een verpleeghuis of verzorgingshuis, instelling voor gehandicapten of instelling voor cliënten met langdurige psychische problemen. Vanaf 2015 kan met een Wlz-indicatie ook gebruik worden gemaakt van zorg in de vorm van een volledig pakket thuis (vpt) of een modulair pakket thuis (mpt).

De indicaties voor zorg zonder verblijf omvatten de indicaties voor één of meer functies die gefinancierd worden uit de AWBZ/Wlz. Dit betreft de functies begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging, behandeling, ADL-assistentie (beschikbaar vanaf 2012) of kort verblijf.

De indicaties voor zorg met verblijf betreffen zowel de AWBZ/Wlz-indicaties voor een zorgzwaartepakket/zorgprofiel als de oude AWBZ-indicaties voor verblijf langdurig en verblijf tijdelijk klasse 4 of hoger. Indicaties voor kort verblijf zijn hierin niet opgenomen, dit valt onder zorg zonder verblijf.

De indicaties voor ADL-assistentie tellen wel mee bij het totaal aantal indicaties, maar ADL-assistentie wordt niet als aparte functie weergegeven.

Totaal ZZV-AWBZ en/of ZMV-AWBZ

Totaal zorg zonder verblijf en/of zorg met verblijf, gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten/Wet langdurige zorg.

Totaal ZZV-AWBZ

Totaal zorg zonder verblijf, gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

De indicaties voor zorg zonder verblijf, afgegeven door een Bureau Jeugdzorg, omvatten de indicaties voor één of meer functies die gefinancierd worden uit de AWBZ. Dit betreft de functies begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging of kort verblijf.

Totaal ZMV-AWBZ

Totaal zorg met verblijf, gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Totaal ZZV-AWBZ/Wlz en/of ZMV-AWBZ/Wlz

Totaal zorg zonder verblijf en/of zorg met verblijf, gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten/Wet langdurige zorg.

De indicaties voor zorg zonder verblijf omvatten de indicaties voor één of meer functies die gefinancierd worden uit de AWBZ/Wlz. Dit betreft de functies begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging, behandeling, ADL-assistentie (beschikbaar vanaf 2012) of kort verblijf.

De indicaties voor zorg met verblijf betreffen zowel de AWBZ/Wlz-indicaties voor een zorgzwaartepakket/zorgprofiel als de oude AWBZ-indicaties voor verblijf langdurig en verblijf tijdelijk klasse 4 of hoger. Indicaties voor kort verblijf zijn hierin niet opgenomen, dit valt onder zorg zonder verblijf.

De indicaties voor ADL-assistentie tellen wel mee bij het totaal aantal indicaties, maar ADL-assistentie wordt niet als aparte functie weergegeven.

Somatische aandoening

Actuele lichamelijke ziekte of aandoening. Een aandoening die gekenmerkt wordt door stabiele fases en bij verergering door medische en/of paramedische behandeling (nog) kan genezen of verbeteren, heeft als grondslag somatische aandoening, en niet de grondslag lichamelijke handicap.

Wanneer sprake is van blijvende beperkingen die niet veroorzaakt worden door stoornissen van het zenuwstelsel of het bewegingsapparaat (bot/spierstelsel, gewrichten en bindweefsel), dan is de grondslag somatische aandoening ook van toepassing. Dit is ook het geval bij een terminale situatie.

Psychogeriatrische aandoening

Ziekte, aandoening of stoornis in of van de hersenen (mede) als gevolg van ouderdom. Deze aandoening gaat vaak gepaard met aantasting van het denkvermogen, gevoelsleven, intellect en het geheugen. Soms is er ook sprake van een afname van motorische functies en een vermindering van de sociale redzaamheid.

Psychiatrische aandoening

Stoornis waarbij een of meer symptomen veroorzaakt wordt door in de psyche gelegen factoren. Hiervoor wordt ook wel de term psychische stoornis gebruikt.

Met ingang van 1 januari 2009 wordt de grondslag psychosociaal probleem niet meer geïndiceerd. Indicaties van vóór 2009 met de grondslag psychosociaal probleem die nog geldig zijn in de verslagperiode, zijn opgenomen bij de grondslag psychiatrische aandoening.

Lichamelijke handicap

Fysieke beperking als gevolg van stoornissen van het zenuwstelsel en het bewegingsapparaat (bot/spierstelsel, gewrichten en bindweefsel) waarbij geen functionele verbetering meer mogelijk is en er geen sprake is van een terminale situatie.

Verstandelijke handicap

Handicap waarbij de persoon beneden gemiddeld scoort op een algemene intelligentietest (IQ van 70 of lager) en blijvende beperkingen heeft op het gebied van de sociale redzaamheid. Beide zijn voor het 18e levensjaar ontstaan.

Op grond van historische overwegingen is er in Nederland overeenstemming dat, als er sprake is van ernstige en chronische beperkingen in sociale redzaamheid, leerproblemen en/of gedragsproblemen, een IQ-score tussen 70 en 85 ook mag worden opgevat als een verstandelijke handicap. Dit wordt dan aangeduid als een licht verstandelijke handicap.

Zintuiglijke handicap

Visuele of auditiefcommunicatieve handicap of een (zeer) ernstig spraak/taalprobleem. Kern van een spraak/taalprobleem onder de grondslag van de zintuiglijke handicap is dat er een in de persoon gelegen oorzaak is aan te wijzen. Dat kunnen zowel neurobiologische als neuropsychologische factoren zijn. Spraak/taalstoornissen moeten onderscheiden worden van communicatieproblemen die het gevolg zijn van ziektebeelden als autisme en een verstandelijke handicap.

Verschillende grondslagen

Bij de cijfers peildatum jaar en peildatum kwartaal is de grondslag genomen van de indicatie die op de peildatum geldig is.  In een jaar kunnen meerdere indicaties, met verschillende grondslagen, geldig zijn. Bij cijfers in jaar is de grondslag van de laatst afgegeven indicatie in het betreffende verslagjaar genomen.