Onderzoeksbeschrijving Gefactureerde eigen bijdrage Wmo thuis

Doel: Het samenstellen van cijfers over de gemiddelde gefactureerde eigen bijdrage van leefeenheden en het aantal leefeenheden dat in de zorgperiode waarin het MLZ-peilmoment valt gebruik maakt van tenminste één bijdrageplichtige maatwerkvoorziening voor ondersteuning thuis die gefinancierd wordt vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015).

Vanaf 1 januari 2020 geldt voor ondersteuning thuis bekostigd uit de Wmo 2015 dat een inkomensonafhankelijk abonnementstarief wordt gefactureerd. Hiermee vervalt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Met de wettelijke invoering van het Wmo abonnementstarief worden door het CAK geen gegevens meer geregistreerd over de samenstelling, leeftijd en bijdrageplichtig inkomen van de leefeenheid. Daardoor is het niet mogelijk de tabel met gegevens over de gemiddelde gefactureerde eigen bijdrage Wmo thuis op MLZ-peildatum te continueren.

Doel

Personen onder de 18 jaar hoeven geen eigen bijdrage te betalen, en komen daarom niet voor in de tabel.

Wat behelst het onderzoek

Nadere toelichting

De gefactureerde eigen bijdrage voor ondersteuning thuis wordt door het CAK vastgesteld op basis van de maximale periodebijdrage (MPB)-systematiek. De eigen bijdrage wordt bepaald per zorgperiode (4 weken), waarbij rekening wordt gehouden met de leefeenheidsamenstelling, de AOW-leeftijd van de leefeenheid en het bijdrageplichtig inkomen. Wanneer binnen een leefeenheid meerdere soorten Wmo-ondersteuning thuis zijn afgenomen, dan is niet te achterhalen welk deel van de eigen bijdrage voor welke soort ondersteuning betaald is.

Er kan sprake zijn van samenloop van meerdere soorten zorg binnen een regeling, binnen een leefeenheid, of binnen een periode. Wanneer binnen de leefeenheid in dezelfde periode ook gebruik gemaakt wordt van zorg die onder de lage eigen bijdrage/hoge eigen bijdrage (LEBHEB)-systematiek valt (dit betreft Wlz-zorg en Wmo verblijf), dan wordt de eigen bijdrage voor ondersteuning thuis kwijtgescholden en zal de eigen bijdrage €0 zijn. In zorgjaar 2015 zijn alle leefeenheden uitgesloten die gebruik maken van mpt of een combinatie van mpt met een andere soort zorg.

De gemiddelde gefactureerde eigenbijdrage wordt berekend door het totaal aan gefactureerde eigen bijdrage in de verslagperiode te delen door het aantal leefeenheden dat in die periode een gefactureerde eigen bijdrage van het CAK heeft ontvangen voor Wmo ondersteuning thuis.

Indeling en uitsplitsingen

Er worden gegevens gepubliceerd over de gemiddelde gefactureerde eigen bijdrage van leefeenheden en het aantal leefeenheden. De cijfers worden uitgesplitst naar leefeenheidsamenstelling, AOW-leeftijd van de leefeenheid (gebaseerd op de leeftijd van de jongste persoon in de leefeenheid) en bijdrageplichtig inkomen.

Doelpopulatie

Leefeenheden die in de verslagperiode bijdrageplichtige Wmo ondersteuning hebben gebruikt en daarvoor een gefactureerde eigen bijdrage hebben ontvangen van het CAK. Omdat jongeren tot 18 jaar geen eigen bijdrage hoeven te betalen, behoren zij niet tot de doelpopulatie.

De tabel bevat uitsluitend leefeenheden waarvan ten minste één persoon in het verslagjaar in de Basis Registratie Personen (BRP) staat ingeschreven.

Statistische eenheid

Leefeenheden.

Aanvang onderzoek

2015, het jaar dat de Wmo 2015 is ingevoerd.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Voor de jaarcijfers wordt er gestreefd naar de zogenaamde 1-op-1 publicatienorm, waarbij de tijd tussen het einde van de verslagperiode en publicatie van de gegevens niet langer is dan de verslagperiode zelf. Dit betekent dat jaarcijfers uiterlijk 12 maanden na afloop van het jaar worden gepubliceerd. De cijfers over het meest recente verslagjaar worden als voorlopige cijfers gepubliceerd. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande jaar definitief.

Vanwege de invoering van de Hervorming Langdurige Zorg op 1 januari 2015 en de bijkomende wijzigingen in de zorgadministraties valt de publicatie van gegevens over 2015 en 2016 samen. De voorlopige cijfers over 2017 worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2019 gepubliceerd. De voorlopige cijfers over 2015 en 2016 worden dan definitief. Bovenstaande is een eenmalige afwijking ten opzichte van de publicatiestrategie.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratiegegevens.

Waarnemingsmethode

Gegevens uit de registraties van het CAK worden elektronisch aan het CBS geleverd. De bestanden zijn op basis van het Burgerservicenummer nagenoeg volledig gekoppeld met de BRP.

Berichtgevers

De gegevens over gefactureerde eigen bijdragen voor Wmo-maatwerkvoorzieningen zijn afkomstig van het CAK. Deze organisatie is onder andere verantwoordelijk voor de uitvoering van de eigen bijdrageregeling Wmo 2015 en de eigen bijdrageregeling Wlz.

Steekproefomvang

Geen steekproef. De gegevens van het CAK betreffen vanaf 2015 een integrale registratie van alle personen van 18 jaar of ouder die onder de eigen bijdrageregeling Wmo 2015 vallen.

Controle- en correctiemethoden

De gegevens van het CAK zijn door het CBS beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. De bestanden zijn van jaar op jaar vergeleken. Er zijn enkele correcties uitgevoerd, waaronder correcties voor dubbeltellingen. Dubbeltellingen kunnen ontstaan wanneer bij een leefeenheid meerdere inkomens en/of leefeenheidsamenstellingen in een zorgperiode geregistreerd staan. Deze dubbeltellingen kunnen ontstaan wanneer in de leefeenheidsamenstelling en het bijbehorende bijdrageplichtig inkomen verandert binnen de zorgperiode. Wanneer er sprake is van dubbeltellingen dan is gekozen voor het inkomen en/of de leefeenheidsamenstelling overeenkomstig met de opeenvolgende zorgperioden. Ook zijn bij de gegevens van het CAK de personen verwijderd die in het verslagjaar jonger zijn dan 18 of niet ingeschreven staan in de BRP.

Weging

De gegevens worden niet gewogen of opgehoogd omdat er geen sprake is van steekproef gegevens.

Nauwkeurigheid

De nauwkeurigheid van de statistiek is in de eerste plaats afhankelijk van de nauwkeurigheid van de registraties.

Naast de nauwkeurigheid van de registraties speelt ook de kwaliteit van de koppeling met de BRP een rol. De gegevens van het CAK worden met de BRP gekoppeld. Ruim 99,9% van de in de CAK data geregistreerde gebruikers van Wmo-ondersteuning zijn terug te vinden in de BRP. Hierdoor is het mogelijk om uitspraken te doen over de demografische en socio-economische kenmerken van de personen met gebruik van zorg. Personen die niet terug te vinden zijn in de BRP worden niet meegenomen in de jaarcijfers.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De statistiek begint met verslagjaar 2015, het jaar dat de Wmo 2015 is ingevoerd.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De cijfers worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na correctie, voldoende plausibel zijn bevonden. Beoordeling van de kwaliteit is echter lastig omdat de werkelijkheid niet bekend is.

Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen zijn de volgende controles uitgevoerd:

  • Tijdreeksanalyse: hoe zijn de ontwikkelingen in de tijd.
  • Kengetallenanalyse: wat is de verhouding tussen de variabelen, bijvoorbeeld is het totaal groter dan de afzonderlijke aantallen, is het totaal gelijk aan de som van inkomensklassen.