Onderzoeksbeschrijving Gebruik Zvw-wijkverpleging en zorg zintuiglijk gehandicapten

Doel: Het samenstellen van cijfers over personen die gebruik maken van zorg in de wijkverpleging en zorg voor zintuiglijk gehandicapten (zg) (Zvw-gefinancierd).

Voor de wijkverpleging hebben de gebruikcijfers betrekking op zorg in natura (zin) en op zorg die betaald is uit persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Zorg voor zintuiglijk gehandicapten wordt alleen als zorg in natura geleverd.

Naast het aantal personen dat gebruik maakt van genoemde zorg wordt ook de zorgomvang, uitgedrukt in uren, en de gemiddelde uitgaven per zorggebruiker gegeven.

Wat behelst het onderzoek

Nadere toelichting

Wijkverpleging is bedoeld voor mensen die thuis persoonlijke verzorging of verpleging nodig hebben. Persoonlijke verzorging is onder andere hulp bij het wassen en aankleden, hulp bij het eten en drinken, het aanbrengen van prothesen, het doen van oefeningen en het toedienen van medicijnen.

Onder verpleging vallen verpleegkundige handelingen in opdracht van een arts en het aanleren van deze verpleegkundige handelingen aan de cliënt zelf of zijn verzorger. Het gaat hier bijvoorbeeld om wondverzorging, het toedienen van medicijnen en het geven van injecties. Wijkverpleging is sinds 1 januari 2015 een aanspraak binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Tot 2015 viel wijkverpleging onder de AWBZ (functies verpleging en persoonlijke verzorging). Zorg voor zintuiglijk gehandicapten betreft zorg voor personen met een visuele, auditieve of communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis.

Bij de gebruikcijfers gaat het om het gebruik van zorg zoals geregistreerd in het bestand met alle door de zorgverzekeraars goedgekeurde en via Vektis aan het CBS geleverde declaraties, voor de wijkverpleging geleverd als zorg in natura en als persoonsgebonden budget en voor de zorg voor zintuiglijk gehandicapten als zorg in natura.

Indeling en uitsplitsingen

Er worden gegevens gepubliceerd over gebruik. De cijfers worden uitgesplitst naar zorginhoudelijke kenmerken, bijvoorbeeld zorgvorm wijkverpleging, leveringsvorm of zorg naar beperking, demografische kenmerken, en/of sociaal-economische kenmerken. Bij de leveringsvorm persoonsgebonden budget wordt de zorgomvang onderdrukt. Bij uitsplitsing naar zorgvorm wijkverpleging, leveringsvorm in combinatie met regio worden de zorgomvang en gemiddelde kosten per gebruiker onderdrukt.

Doelpopulatie

Personen die in het verslagjaar of op peildatum jaar gebruik hebben gemaakt van zorg in de wijkverpleging (zin en pgb) en zorg voor zintuiglijk gehandicapten (zg) (zin) (Zvw-gefinancierd). Het betreft uitsluitend personen die gedurende het verslagjaar en/of op de peildatum in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) staan ingeschreven. Peildatum jaar is de 2e vrijdag van november.

Statistische eenheid

Personen.

Aanvang onderzoek

2015.

Frequentie

De tabellen verschijnen jaarlijks.

Publicatiestrategie

Voor de jaarcijfers wordt er gestreefd naar de zogenaamde 1-op-1 publicatienorm, waarbij de tijd tussen het einde van de verslagperiode en publicatie van de gegevens niet langer is dan de verslagperiode zelf. Dit betekent dat jaarcijfers uiterlijk 12 maanden na afloop van het jaar worden gepubliceerd. De cijfers over het meest recente verslagjaar worden als voorlopige cijfers gepubliceerd. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande jaar definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratiegegevens.

Waarnemingsmethode

Gegevens uit de registraties van Vektis worden elektronisch aan het CBS geleverd. De bestanden zijn op basis van het Burgerservicenummer nagenoeg volledig gekoppeld met de BRP.

Berichtgevers

De gegevens over het gebruik van wijkverpleging en zorg zintuiglijk gehandicapten zijn afkomstig van Vektis. De gegevens betreffen alle door de zorgverzekeraars goedgekeurde en aan Vektis aangeleverde declaraties.

Steekproefomvang

Geen steekproef. De gegevens betreffen een integrale registratie van alle door de zorgverzekeraars goedgekeurde en via Vektis aan het CBS geleverde declaraties voor de wijkverpleging (zin en pgb) en voor de zorg voor zintuiglijk gehandicapten (zin). Volgens Vektis waren op het moment van levering van het bestand aan CBS eind 2016 in totaal voor meer dan 95 procent van alle verzekerden in Nederland de declaraties over wijkverpleging en zorg voor zintuiglijk gehandicapten 2015 binnen.

Controle- en correctiemethoden

De gegevens van Vektis zijn door het CBS beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. Er zijn enkele correcties uitgevoerd, waaronder correcties van de zorgomvang. De registratie van de zorgomvang van zorg bekostigd vanuit persoonsgebonden budget is niet volledig, en voor deze leveringsvorm is dan ook geen zorgomvang berekend.

Bij een klein deel van de zorg in natura declaraties ontbreken ook volumegegevens in de aangeleverde declaraties; om hiervoor te corrigeren is de zorgomvang van deze records geschat op basis van de geregistreerde kosten.

Bij een aantal zorgprestaties kan geen goede inschatting worden gemaakt van het zorgvolume en is het daarom niet meegenomen. Bij de uitgaven van de zorg zintuiglijk gehandicapten, zijn de uittoeslagen (vervoerskosten van de zorgverlener) en verblijfkosten toegewezen aan het type zorg waarvoor de kosten gemaakt werden. Volume wordt voor deze prestaties niet geregistreerd.

Correcties van zorggebruik van personen waarbij de zorg na overlijden doorloopt zijn niet uitgevoerd, omdat dit slechts een zeer klein deel van de populatie betreft. Bij de jaarcijfers zijn personen verwijderd die in het verslagjaar niet ingeschreven staan in de BRP. Bij de cijfers op peildatum zijn de personen verwijderd die op peildatum niet ingeschreven staan in de BRP.

Weging

Niet van toepassing omdat er geen sprake is van steekproefgegevens.

Nauwkeurigheid

De nauwkeurigheid van de statistiek is in de eerste plaats afhankelijk van de nauwkeurigheid van de registraties. In de verslagjaren 2016 tot en met 2019 is er sprake van een onderdekking in de gegevens van de zorgkantoorregio’s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord (en onderliggende gemeenten). In deze zorgkantoorregio’s is een onderdekking te zien van 6% in 2017, 5% in 2018 en 3% in 2019 wat betreft het gedeclareerde bedrag. Wat betreft het aantal personen is de onderdekking in deze zorgkantoorregio’s 2% in 2017, 1% in 2018 en 0% in 2019. Op landelijk niveau is de onderdekking verwaarloosbaar.

Naast de nauwkeurigheid van de registraties speelt ook de kwaliteit van de koppeling met de BRP een rol. De gegevens van Vektis worden met de BRP gekoppeld. Hierdoor is het mogelijk om uitspraken te doen over de demografische en socio-economische kenmerken van de personen met gebruik. Personen die niet terug te vinden zijn in de BRP worden niet meegenomen in de jaarcijfers. 

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De opzet van de statistiek vindt vanaf 2015 op vergelijkbare wijze plaats. Vanaf 2016 wordt binnen de wijkverpleging een groot deel van de zorg geregistreerd op ‘Wijkverpleging op integraal tarief’. Dit is een prestatie waarbij persoonlijke verzorging en verpleging op een integraal tarief wordt gedeclareerd en het onderscheid tussen beide zorgvormen wordt losgelaten. Dit beperkt de mogelijkheid om de persoonlijke verzorging en verpleging afzonderlijk met de tijd op te volgen. Vanaf 2016 wordt ‘Wijkverpleging op integraal tarief’ als aparte uitsplitsing in de wijkverpleging opgenomen, naast verpleging, persoonlijke verzorging en overige wijkverpleging.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De cijfers worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na correctie, voldoende plausibel zijn bevonden.

Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen zijn de volgende controles uitgevoerd:

  • Tijdreeksanalyse: hoe zijn de ontwikkelingen in de tijd.
  • Kengetallenanalyse: wat is de verhouding tussen de variabelen, bijvoorbeeld is het totaal groter dan de afzonderlijke aantallen, is het totaal gelijk aan de som van mannen en vrouwen.
  • Vergelijking met publicaties van Vektis en Zorginstituut Nederland.

Beoordeling van de kwaliteit is echter lastig omdat de werkelijkheid niet bekend is.