Onderzoeksbeschrijving Uitgaven en volume AWBZ- en Wlz-zorg in natura; declaraties (2010-2019)

Doel: Het samenstellen van actuele maar niet door de NZa vastgestelde cijfers over uitgaven en volume van langdurige zorg die tot 2015 is gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en vanaf 2015 uit de Wet langdurige zorg (Wlz).

De cijfers over zorgaanspraken en subsidies hebben betrekking op zorg in natura, niet op zorg die betaald is uit persoonsgebonden budgetten. AWBZ/Wlz-zorgaanspraken (exclusief subsidies) bestaat uit verpleging en verzorging van ouderen en chronisch zieken, gehandicaptenzorg en langdurige geestelijke gezondheidszorg.

Wat behelst het onderzoek

De cijfers zijn gebaseerd op declaraties van geleverde zorg door zorgaanbieders aan zorgkantoren. De cijfers dekken een deel (in 2015 circa 84 procent) van de AWBZ/Wlz-zorg in natura omdat niet alle onderdelen van de kosten gedurende het jaar gedeclareerd worden. Geleverde zorg (productie) waarvan het volume niet in tijdseenheden meetbaar is blijft buiten beschouwing. Uitgaven als de aparte vergoeding voor kapitaallasten zijn daarom niet meegenomen.

Bij de declaraties van zzp's wordt met ingang van 2012 wel een percentage normatieve huisvestigingscomponent (nhc) opgenomen. Het percentage nhc dat bij de zzp wordt meegedeclareerd, wordt ieder jaar verhoogd. In 2012 is dit percentage 10 procent, in 2013 20 procent en in 2014 30 procent. Met ingang van 2018 zit de nhc volledig in het te declareren tarief.

Met ingang van 2015 wordt ook een percentage van de Normatieve Inventariscomponent in het te declareren bedrag opgenomen. Hiervan gelijk al 50 procent.

De uitgaven en het volume zijn niet gecontroleerd en vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit betekent onder andere dat eventuele gedeclareerde overproductie nog wordt meegeteld. Er is sprake van overproductie als de zorgaanbieder meer zorg heeft geleverd dan is overeengekomen met het zorgkantoor.

De cijfers over Wlz-subsidies betreffen subsidies aan instellingen voor het verlenen van:

  • Direct oproepbare assistentie bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL);
  • Extramurale behandeling, vervoer naar en van behandeling;
  • Medisch noodzakelijk eerstelijnsverblijf.

De cijfers zijn gebaseerd op declaraties van geleverde zorg door zorgaanbieders aan zorgkantoren.

Nadere toelichting

Elk jaar maken zorgaanbieders productieafspraken met de zorgkantoren over de in dat jaar te leveren zorg in natura. Na afloop van het jaar dienen de zorgaanbieders samen met het zorgkantoor de nacalculatie-gegevens in bij de NZa. Deze gegevens worden gebruikt voor de nacalculatie-cijfers in de MLZ.

Daarnaast declareren de zorgaanbieders maandelijks de kosten van de geleverde zorg bij het zorgkantoor. Het zorgkantoor levert elk kwartaal aan het Zorginstituut gegevens over de tot op dat moment door zorgaanbieders gedeclareerde zorg. Deze gegevens worden gebruikt voor de declaratie-cijfers in de MLZ.

Het zorgkantoor geeft aan het CAK maandelijks een opdracht tot uitbetaling van een voorschot aan elke zorgaanbieder op basis van de declaratie van de afgelopen maand. Bij latere betalingen worden de gedeclareerde bedragen verrekend met de nacalculatie.

De gedeclareerde uitgaven-cijfers zijn op transactiebasis. Dit betekent dat de uitgaven worden opgenomen in de cijfers over het jaar waarin de zorg is geleverd, wat niet automatisch ook het jaar is waarin de betaling is gedaan.

Indeling en uitsplitsingen

Er wordt bij AWBZ/Wlz-zorgaanspraken een onderscheid gemaakt tussen intramurale zorg (zorg aan cliënten die in de instelling verblijven), extramurale zorg (zorg aan cliënten die niet in de instelling verblijven) en overige zorg. Onder overige zorg valt bij de declaratie-cijfers alleen volledig pakket thuis.

Voor deze indeling van de uitgaven- en volumecijfers binnen de MLZ is zoveel mogelijk uitgegaan van de omschrijvingen van de zorgprestaties in de beleidsregels van de NZa. Het Zorginstituut hanteert zelf bij het indelen van zorgprestaties de termen ‘zorg met verblijf’ en ‘zorg zonder verblijf’. Omwille van de vergelijkbaarheid van de declaratie-cijfers met de nacalculatie-cijfers worden binnen de MLZ ook voor de indeling van de declaratie-cijfers de termen ‘intramurale zorg’ en ‘extramurale zorg’ gebruikt.

Intramurale zorg wordt uitgesplitst naar zogenaamde zorgzwaartepakketten. Extramurale zorg wordt uitgesplitst naar verschillende functies en zorgprestaties.

Doelpopulatie

Alle AWBZ/Wlz-zorgaanbieders (instellingen en vanaf 2012 ook zelfstandigen zonder personeel) waarbij zorgkantoren zorg hebben ingekocht. Een zorgkantoor is een organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van AWBZ/Wlz-zorg.

Statistische eenheid

Groepen van AWBZ/Wlz-zorgaanbieders per zorgkantoorregio.

Aanvang onderzoek

AWBZ-zorgaanspraken: 2010.

Wlz-zorgaanspraken en subsidies: 2015

Frequentie

Per kwartaal. Het zijn cumulatieve cijfers waarbij elk kwartaal ook de cijfers over de voorgaande kwartalen binnen het kalenderjaar worden meegeteld. Dit betekent dat het cijfer voor het vierde kwartaal gelijk is aan het totaal van het afgelopen jaar.

Publicatiestrategie

Er wordt gestreefd naar de zogenaamde 1-op-1 publicatienorm, waarbij de tijd tussen het einde van de verslagperiode en publicatie van de gegevens niet langer is dan de verslagperiode zelf. Dit betekent dat kwartaalcijfers over gedeclareerde uitgaven en volume uiterlijk 3 maanden na afloop van het kwartaal worden gepubliceerd.

De cumulatieve kwartaalcijfers van het meest recente verslagjaar zijn voorlopig. De overige kwartaalcijfers zijn definitief, dat wil zeggen dat ze binnen de MLZ niet meer worden aangepast. Bij het verschijnen van het eerste kwartaal van een nieuw verslagjaar, worden de cumulatieve cijfers van alle voorgaande kwartalen definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratiegegevens.

Waarnemingsmethode

De statistiek over AWBZ/Wlz-zorgaanspraken maakt gebruik  van gegevens die het Zorginstituut elk kwartaal opvraagt bij de zorgkantoren. Dit zijn gegevens over de declaraties die de zorgkantoren hebben ontvangen van AWBZ/Wlz-zorgaanbieders. Bij declaraties gaat het om geleverde maar niet door de NZa gecontroleerde en vastgestelde zorg (productie).

In het jaarlijkse ‘Handboek specifieke informatie zorgverzekeraars en verbindingskantoren (AWBZ)’ legt het Zorginstituut de voorschriften vast waaraan de zorgkantoren zich moeten houden bij het aanleveren van hun gegevens. Vanaf 2015 heeft dit handboek de titel ‘Handboek Wlz uitvoerders en zorgkantoren 2015’.

De statistiek ver Wlz-subsidies maakt gebruik van gegevens die het Zorginstituut maandelijks opgevraagt bij de zorgkantoren. Een uitzondering vormt ADL-assistentie; hierbij worden gegevens gebruikt die jaarlijks door het Zorginstituut worden vastgelegd.

Berichtgevers

AWBZ/Wlz-zorgaanbieders en zorgkantoren; Zorginstituut Nederland.

Steekproefomvang

Geen steekproef. Er wordt gebruik gemaakt van een integrale registratie van gegevens van alle zorgkantoren (en dus alle AWBZ/Wlz-zorgaanbieders).

Controle- en correctiemethoden

Het Zorginstituut ontvangt de kwartaalgegevens van de zorgkantoren via een digitaal rapportageformulier. Dit formulier bevat ingebouwde ‘waarschijnlijkheidscontroles’. Als onwaarschijnlijke gegevens worden ingevoerd, wordt er een waarschuwing gegeven. Het zorgkantoor kan dan de ingevoerde gegevens corrigeren of een toelichting toevoegen. Als er bij het zorgkantoor geen declaratie-gegevens beschikbaar zijn van een zorgaanbieder, levert het zorgkantoor gegevens over de productieafspraken met de betreffende zorgaanbieder.

Het Zorginstituut toetst de door zorgkantoren geleverde gegevens op volledigheid en plausibiliteit. Zo nodig neemt het Zorginstituut contact op met het zorgkantoor. Eventuele correcties worden verwerkt in de gegevens van het kwartaal erna, op voorwaarde dat dit kwartaal nog van hetzelfde jaar is.

Het CBS stelt met de registratiegegevens van het Zorginstituut de te publiceren MLZ-cijfers samen. De laatste stap daarin is het bij elkaar optellen van de cijfers van de verschillende zorgkantoren tot landelijke cijfers.

Weging

De cijfers worden niet gewogen of opgehoogd omdat het Zorginstituut gegevens levert over de gehele populatie van AWBZ/Wlz-zorgaanbieders.

Nauwkeurigheid

Er wordt gebruik gemaakt van een integrale registratie. De nauwkeurigheid van de statistiek is afhankelijk van de nauwkeurigheid van deze registratie. De gegevens die het Zorginstituut opvraagt bij de zorgkantoren is informatie over de geleverde AWBZ/Wlz-zorg (productie) en de kosten hiervan. Het Zorginstituut gebruikt deze gegevens onder meer voor het monitoren van de actuele financiële ontwikkelingen in de AWBZ/Wlz. Daarom hebben de zorgkantoren een duidelijk belang bij het leveren aan het Zorginstituut van tijdige, volledige en juiste gegevens.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De opzet van de statistiek vindt vanaf 2010 tot 2015 op vergelijkbare wijze plaats. Vanaf 2015 wordt de langdurige zorg voor een deel gefinancierd uit de Wlz. Een deel van de langdurige zorg wordt vanaf 2015 gefinancierd uit andere wetten: de Jeugdwet, Zvw en Wmo 2015. Dit betreft onder andere een groot deel van de extramurale zorg, Zzp’s GGZ C beschermd wonen en Vpt Geestelijke gezondheidszorg. Hierdoor is in de tabellen een trendbreuk zichtbaar in het eerste kwartaal van 2015. De uitgaven die gepresenteerd worden vanaf 2015 betreffen alleen de uitgaven die onder de Wlz vallen. De opzet van de statistiek over Wlz-subsidies vindt vanaf 2015 op vergelijkbare wijze plaats.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De cijfers worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na correctie, voldoende plausibel zijn bevonden.

Bij de beoordeling wordt gekeken of de declaraties consistent zijn in de tijd en of de cijfers onderling consistent zijn. Daarnaast worden de gedeclareerde uitgaven- en volumecijfers vergeleken met de volgende bronnen (indien beschikbaar):

  • De cijfers over gedeclareerde uitgaven en volume die het Zorginstituut zelf publiceert.
  • De cijfers over de AWBZ/Wlz-contracteerruimte en de cijfers opgenomen in de Marktscans AWBZ die de NZa publiceert.
  • De MLZ-cijfers over nagecalculeerde uitgaven en volume op basis van NZa-data.