Indicatie

Het thema Indicatie geeft een beeld van het aantal personen in Nederland dat een indicatie heeft voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz).

Wlz indicatie naar leeftijd en geslacht; verschillende cliëntgroepen

Een indicatie van het CIZ geeft toegang tot zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze pagina gaat over personen met zo’n indicatie. Zowel jongeren als ouderen kunnen een Wlz-indicatie krijgen; de reden voor de indicatie en de demografische samenstelling binnen leeftijdsgroepen zijn verschillen. Met 40% van het totale aantal mensen met een Wlz-indicatie maakt de groep 80-plussers een groot deel hiervan uit. Deze groep bestaat voor een groot deel uit vrouwen; dit heeft te maken met het feit dat vrouwen gemiddeld ouder worden dan mannen. De groep onder de 65 kent daarentegen een oververtegenwoordiging van mannen, deze is voornamelijk veroorzaakt door het veelvuldiger voorkomen van handicaps en psychiatrische aandoeningen bij mannen dan bij vrouwen.

Personen met een Wlz indicatie, op peildatum 2023*

Personen met een Wlz indicatie, op peildatum 2023*
LeeftijdMannenVrouwen
Jonger dan 18 jaar66703965
18 tot 65 jaar8515557975
65 tot 80 jaar3268536215
80 jaar of ouder42510103755

* voorlopige cijfers

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (dataleverancier: Centrum Indicatiestelling zorg) Brontabel als csv (142 bytes)

Indicaties naar grondslag; vergrijzing goed zichtbaar

Het aantal personen met een indicatie voor Wlz-zorg verandert door de tijd; door wijzigingen in het beleid, door wijzigingen in de bevolkingssamenstelling en door wijzigingen in de gezondheidssituatie van de bevolking. De verschillende groepen in de Wlz kennen hierdoor ieder hun eigen ontwikkeling in samenstelling en grootte.

Uitgesplitst naar de dominante grondslag (de belangrijkste reden voor de Wlz-indicatie) is er vanaf 2015 een aantal trends waar te nemen. Zo is er een stijging in het aantal cliënten met een verstandelijke handicap. Begin 2017 is de instroom van Wlz-indiceerbaren hierin waar te nemen. De toename in het aandeel geindiceerden met een verstandelijke gehandicapten in de bevolking is met name te zien bij de leeftijdsgroep van 35-50 jaar; wat er op wijst dat mensen met een VG indicatie steeds ouder worden.

Het aantal cliënten met een psychogeriatrische aandoening is de sterkst toenemende groep; deze stijging hangt samen met de ‘dubbele’ vergrijzing. Het aantal 65-plussers in de bevolking neemt snel toe, maar het aantal 80-plussers neemt nog sneller toe. Daarnaast neemt het aandeel ouderen in de bevolking dat wegens een psychogeriatrische aandoening is opgenomen ook toe.

Bij de geïndiceerden met een somatische aandoening is een ander beeld te zien. Deze groep is sinds de hervorming langdurige zorg kleiner geworden, maar neemt in de laatste kwartalen van 2021 en begin 2022 weer toe.

Bij de groep lichamelijk gehandicapten zien we ook een toename, met name bij de oudere groepen; bij de leeftijdsgroepen tot 35 jaar is het aandeel in de bevolking met een indicatie stabiel.

De groep geïndiceerden met een psychiatrische aandoening tonen een grilliger verloop. In 2017 is een herindicatieprocedure voor de GGZ-B doorlopen bij het CIZ waardoor veel van de indicaties niet zijn verlengd in 2018. De grote toename na 2020 is het gevolg van het openstellen van de GGZ Wonen profielen in de Wlz.

Personen met een Wlz indicatie naar grondslag, op peildatum kwartaal

Personen met een Wlz indicatie naar grondslag, op peildatum kwartaal
Somatische aandoeningPsychogeriatrische aandoeningPsychiatrische aandoeningLichamelijke handicapVerstandelijke handicapZintuiglijke handicap
2015 1e kwartaal72475823101002519005924753270
2015 2e kwartaal6937581820982019130927853250
2015 3e kwartaal6809082630961019290937553245
2015 4e kwartaal6705583645944019665949803260
2016 1e kwartaal6593084055926020220969503265
2016 2e kwartaal6474584030907520465985553260
2016 3e kwartaal64685850608930206751000103270
2016 4e kwartaal63615857708760209401008803250
2017 1e kwartaal62105848858660223851069353290
2017 2e kwartaal61305856608595224851074853300
2017 3e kwartaal61135867158595228001082853290
2017 4e kwartaal60595878958485232651086953310
2018 1e kwartaal59500884406040237701092503325
2018 2e kwartaal58570887955985243001097803305
2018 3e kwartaal58495905805965249201105253315
2018 4e kwartaal58820923355950254751110053305
2019 1e kwartaal58405934755935260201115753290
2019 2e kwartaal58040947805930265251120303285
2019 3e kwartaal58240965705970271101126803300
2019 4e kwartaal58305988055955275501131903305
2020 1e kwartaal580051003105955279651137703285
2020 2e kwartaal56835983905920279751142703240
2020 3e kwartaal570751000855840283801149103240
2020 4e kwartaal573751014455800288351155753240
2021 1e kwartaal5637010010017310290701161403195
2021 2e kwartaal5673010140020640294501167353200
2021 3e kwartaal5707510301522780299401172903200
2021 4e kwartaal5837510508025020304151180153220
2022 1e kwartaal5902510596526915306351187253230
2022 2e kwartaal5981010691528130309951191503240
2022 3e kwartaal6075510894029185312551196553255
2022 4e kwartaal6141511033030110314301201303245
2023 1e kwartaal**6123511094530990313351205003245
2023 2e kwartaal**6167511249531850313751209003240
2023 3e kwartaal**6242511444032705315051214453250
2023 4e kwartaal**6268011601533350315951220353255
2024 1e kwartaal*6225511661033970316401228303275
2024 2e kwartaal*6208011827034525318251231653270

* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (dataleverancier: Centrum Indicatiestelling zorg) Brontabel als csv (2 kB)

Meer cijfers over indicaties

Op StatLine MLZ zijn meer cijfers te vinden over personen met een indicatie voor zorg met verblijf:

Voor een nadere toelichting op deze cijfers en de gebruikte methoden: Indicatie AWBZ/Wlz-zorg en gebruik Wmo- en AWBZ/Wlz-zorg.

Naast de Wlz-indicaties zijn er vanaf 2015 door het CIZ indicaties voor de Wlz-subsidieregelingen afgegeven; cijfers hierover zijn te vinden in de maatwerktabel Personen met een indicatie voor zorg uit een Wlz subsidieregeling.

Vanaf 1 januari 2021 kunnen cliënten met blijvende behoefte aan intensieve geestelijke gezondheidszorg een beroep doen op Wlz-zorg met grondslag ‘psychische stoornis’. Cijfers hierover zijn te vinden in de maatwerktabellen: Zorggebruikers met een geldige Wlz-indicatie op 30 juni 2024 met grondslag ‘psychische stoornis’.

Tevens zijn op StatLine MLZ cijfers te vinden over de relatie indicatie naar gebruik van Wlz-zorg. Dit zijn jaarcijfers vanaf 2015.

Oudere gegevens over AWBZ/Wlz-indicaties

Naast bovenstaande gegevens over AWBZ/Wlz indicaties zijn binnen dit thema op StatLine MLZ ook oudere cijfers over indicaties te vinden. Het betreft gegevens over zorg zonder verblijf: dit zijn AWBZ-indicaties voor zorg zonder verblijf (tot 2015) en indicaties van Wlz-indiceerbaren met een overgangsregeling vanaf 2015 tot 2017. Daarnaast zijn er gegevens over Indicaties voor zorg zonder en met verblijf.

Ook werden tot 2015 naast AWBZ-indicaties die door het CIZ zijn afgegeven, AWBZ-indicaties afgegeven door Bureaus Jeugdzorg voor jongeren met een psychiatrische aandoening. Tot slot zijn er cijfers over de relatie tussen AWBZ-indicatie en AWBZ/Wmo-gebruik.