Onderzoeksbeschrijving Gebruik AWBZ/Wmo

Doel: Het samenstellen van cijfers over personen die gebruik maken van zorg gefinancierd uit de AWBZ en/of Wmo.

De cijfers hebben betrekking op zorg in natura waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden, niet op zorg die betaald is uit persoonsgebonden budgetten.

Wat behelst het onderzoek

Nadere toelichting

Zorg zonder verblijf is zorg aan cliënten die niet in een instelling verblijven. Dit betreft zorg die de cliënt op afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of die de zorgaanbieder bij de cliënt aan huis levert. Het kan gaan om zorg voor ouderen, chronisch zieken, mensen met een handicap, mensen met langdurige psychische problemen of mensen die tijdelijk zorg nodig hebben.

Zorg met verblijf is zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling. Het kan gaan om zorg in een verpleeghuis of verzorgingshuis, instelling voor gehandicapten of instelling voor cliënten met langdurige psychische problemen.

Het gaat om het gebruik van zorg zoals dat geregistreerd wordt door het CAK. De gebruikte zorg zonder verblijf omvat de zorg in natura waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden, zonder dat men in een instelling verblijft en waarvan de kosten voor rekening van de AWBZ en/of Wmo komen. Wmo-gefinancierde zorg zonder verblijf omvat de functie huishoudelijke verzorging, waarbij voor de bepaling van de eigen bijdrage gerekend wordt met het aantal ontvangen uren zorg.

Personen die huishoudelijke verzorging ontvangen waarbij sprake is van resultaatfinanciering of arrangementen waar huishoudelijke verzorging onderdeel van is zijn niet in deze cijfers opgenomen. AWBZ-gefinancierde zorg zonder verblijf omvat de functies begeleiding (beschikbaar vanaf 2011), persoonlijke verzorging en verpleging. De gebruikte zorg met verblijf omvat alle zorg in natura die ontvangen is in een instelling, waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden en waarvan de kosten voor rekening van AWBZ komen. Ook logeeropvang in een instelling met de indicatie kort verblijf is opgenomen onder het gebruik van zorg met verblijf. Personen onder de 18 jaar hoeven geen eigen bijdrage te betalen.

Indeling en uitsplitsingen

Er worden gegevens gepubliceerd over gebruik. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen zorg zonder verblijf en zorg met verblijf. Ook de combinatie van zorg zonder verblijf en zorg met verblijf wordt gegeven. De cijfers worden uitgesplitst naar zorginhoudelijke kenmerken, zoals functie en zorgzwaartepakket, demografische kenmerken, en/of sociaal-economische kenmerken.

Doelpopulatie

Personen die in de verslagperiode of op de peildatum zorg in natura hebben gebruikt gefinancierd uit de AWBZ of de Wmo waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden. Omdat jongeren tot 18 jaar geen eigen bijdrage hoeven te betalen, behoren zij niet tot de doelpopulatie voor de gebruikcijfers.

Voor de jaarcijfers betreft het uitsluitend personen die gedurende het verslagjaar of op de peildatum in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) staan ingeschreven. Bij publicatie van de voorlopige kwartaalcijfers zijn de BRP-gegevens nog niet beschikbaar en wordt er gepubliceerd over personen die op de peildatum of in de verslagperiode voorkomen in de registraties van het CAK zonder dat bekend is of zij op dat moment staan ingeschreven in de BRP. Bij publicatie van de nader voorlopige en definitieve kwartaalcijfers betreft het evenals voor jaarcijfers uitsluitend personen die gedurende de verslagperiode in de BRP staan ingeschreven.

Peildatum jaar is de 2e vrijdag van november. Peildatum kwartaal is de 2e vrijdag van februari, mei, augustus en november. Bij gebruik van zorg zonder verblijf wordt de peildatum benaderd met de gegevens van een periode van 4 weken waarin deze datum valt.

Statistische eenheid

Personen.

Looptijd onderzoek

Jaarcijfers: 2004-2014
Kwartaalcijfers: 2009-2014

Frequentie

Een aantal tabellen verschijnt jaarlijks en een aantal tabellen verschijnt elk kwartaal.

Publicatiestrategie

Voor de jaarcijfers wordt er gestreefd naar de zogenaamde 1-op-1 publicatienorm, waarbij de tijd tussen het einde van de verslagperiode en publicatie van de gegevens niet langer is dan de verslagperiode zelf. Dit betekent dat jaarcijfers uiterlijk 12 maanden na afloop van het jaar worden gepubliceerd. De cijfers over het meest recente verslagjaar worden als voorlopige cijfers gepubliceerd. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande jaar definitief.

Voor de kwartaalcijfers is de 1-op-1 publicatienorm niet haalbaar; in principe worden de voorlopige kwartaalcijfers uiterlijk 6 maanden na afloop van het kwartaal gepubliceerd. Na publicatie van de voorlopige jaarcijfers worden de kwartaalcijfers nader voorlopig. Na publicatie van de definitieve jaarcijfers worden de kwartaalcijfers definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratiegegevens.

Waarnemingsmethode

Gegevens uit de registraties van het CAK worden elektronisch aan het CBS geleverd. De bestanden zijn op basis van het Burgerservicenummer nagenoeg volledig gekoppeld met de BRP.

Berichtgevers

De gegevens over het gebruik van zorg gefinancierd uit de AWBZ en/of Wmo zijn afkomstig van het CAK. Deze organisatie is onder andere verantwoordelijk voor de administratie en registratie van de eigenbijdrageregeling AWBZ en de uitvoering van de eigen bijdrageregeling Wmo.

Steekproefomvang

Geen steekproef. De gegevens van het CAK betreffen tot 2013 een integrale registratie van alle personen van 18 jaar of ouder die zorg in natura hebben ontvangen waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden en waarvan de kosten ten laste van de AWBZ of Wmo komen.

Op 1 januari 2013 is het ‘Experiment Regelarme Instellingen' (ERAI) gestart. Dit experiment heeft gevolgen voor de aantallen personen in de tabellen. In het indicatiebesluit hoeft door enkele aanbieders geen onderscheid gemaakt te worden tussen het type zorg; persoonlijke verzorging, verpleging of begeleiding. Indicaties die zorgverleners bij deze aanbieders afgeven, bevatten alleen de functie verpleging.

Om te corrigeren voor de door ERAI veroorzaakte onderrapportage bij de gebruiksaantallen van de AWBZ-functies Zorg zonder verblijf in de cijfers over 2013 en 2014, is gebruik gemaakt van gegevens over personen die zorg zonder verblijf hebben ontvangen in een instelling die deelneemt aan ERAI. Er is een schatting gemaakt van de typen zorg die deze personen zouden hebben ontvangen. Deze schatting is gebaseerd op de verdeling van de zorg zonder verblijf over de verschillende typen zorg in het jaar 2012 in de instellingen die aan ERAI meedoen.

Een aantal gemeenten heeft gedurende het kalenderjaar 2013 niet langer op reguliere wijze aan het CAK gegevens over huishoudelijke verzorging (HV) geleverd. Dit leidt niet alleen tot een onderrapportage van de Wmo-functie HV, maar heeft ook effect op de totalen (ZZV-totaal, Totaal indicatie/gebruik, totaal gebruik ZZV en/of ZMV).

Controle- en correctiemethoden

De gegevens van het CAK zijn door het CBS beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. De bestanden zijn van jaar op jaar vergeleken. Er zijn enkele correcties uitgevoerd, waaronder correcties voor dubbeltellingen en overlappende indicatie- of zorgperioden. Ook zijn bij de gegevens van het CAK de personen verwijderd die in het verslagjaar jonger zijn dan 18 jaar. Bij de jaarcijfers zijn tevens personen verwijderd die in het verslagjaar of op de peildatum niet ingeschreven staan in de BRP.

Weging

Niet van toepassing omdat er geen sprake is van steekproefgegevens.

Nauwkeurigheid

De nauwkeurigheid van de statistiek is in de eerste plaats afhankelijk van de nauwkeurigheid van de registraties. De registratie die het CBS van het CAK ontvangt is tot 2013 integraal, daarna ontbreken personen bij enkele zorgaanbieders als gevolge van ERAI en bij enkele gemeenten ontbreken personen met huishoudelijke verzorging.

Naast de nauwkeurigheid van de registraties speelt ook de kwaliteit van de koppeling met de BRP een rol. De gegevens van het CAK worden met de BRP gekoppeld. Hierdoor is het mogelijk om uitspraken te doen over de demografische en socio-economische kenmerken van de personen met een indicatie of gebruik. Bovendien is hierdoor de koppeling tussen de bestanden van het CAK mogelijk. Personen die niet terug te vinden zijn in de BRP worden niet meegenomen in de jaarcijfers.

Doordat de voorlopige kwartaalcijfers sneller geleverd worden dan de jaarcijfers kan er niet gecontroleerd worden op inschrijving in de BRP. Hierdoor zijn de jaarcijfers en de nader voorlopige en definitieve kwartaalcijfers niet volledig vergelijkbaar met de voorlopige kwartaalcijfers.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De opzet van de statistiek vindt vanaf 2004 op vergelijkbare wijze plaats.

Voor de gebruikscijfers zorg zonder verblijf zijn voor de verslagjaren 2004 tot en met 2008 alleen cijfers 'in jaar' bekend. De gebruikscijfers over zorg met verblijf zijn voor verslagjaar 2007 uitsluitend op peildatum bekend.

Met ingang van 2005 is de bekostigingssystematiek voor zorg zonder verblijf aangepast. De bekostiging was tot 2005 mede afhankelijk van het opleidingsniveau van de hulpverlener. Vanaf 2005 vindt de bekostiging plaats op basis van de indicatie van de cliënt. Veel zorg die tot 2005 als persoonlijke verzorging werd geregistreerd, wordt daarmee vanaf 2005 niet meer zo geregistreerd.

Dit verklaart de sterke daling van persoonlijke verzorging in 2005 ten opzichte van 2004. Met ingang van 2007 is de huishoudelijke verzorging overgeheveld vanuit de AWBZ naar de Wmo. Met ingang van 2011 is begeleiding eigenbijdrageplichtig geworden.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De cijfers worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na correctie, voldoende plausibel zijn bevonden.

Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen zijn de volgende controles uitgevoerd:

  • Tijdreeksanalyse: hoe zijn de ontwikkelingen in de tijd.
  • Kengetallenanalyse: wat is de verhouding tussen de variabelen, bijvoorbeeld is het totaal groter dan de afzonderlijke aantallen, is het totaal gelijk aan de som van mannen en vrouwen.
  • Vergelijking met publicaties van het CAK en CIZ.

Beoordeling van de kwaliteit is echter lastig omdat de werkelijkheid niet bekend is.