Onderzoeksbeschrijving Gebruik en uitgaven persoonsgebonden budget AWBZ- en Wlz-zorg

Doel: Het samenstellen van cijfers over het aantal personen dat op een peildatum van een kwartaal of jaar over een persoonsgebonden budget (pgb) beschikt.

  • Gebruik
    Dit pgb is maximaal beschikbaar voor het zelf inkopen van langdurige zorg ten laste van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) (tot 2015) en ten laste van de Wet langdurige zorg (Wlz) vanaf 2015.
  • Uitgaven
    Het samenstellen van cijfers over het totale bedrag aan pgb’s dat per jaar is toegekend en maximaal beschikbaar is voor het zelf inkopen van langdurige zorg ten laste van de AWBZ (tot 2015) en ten laste van de Wet langdurige zorg (Wlz) vanaf 2015. Daarnaast worden cijfers samengesteld over het bedrag dat per jaar vanuit de toegekende pgb’s besteed is aan AWBZ/Wlz-zorg.
    Op de toegekende bedragen tot 2015 zijn al de eigen bijdragen in mindering gebracht. In de bestede bedragen zitten ook verrekeningen van oude jaren. Het deel van het pgb dat de budgethouder niet heeft besteed aan zorg, moet terug worden betaald aan het zorgkantoor.

De uitgaven-cijfers zijn op transactiebasis. Dit betekent dat de uitgaven worden opgenomen in de cijfers over het jaar waarin de zorg is geleverd, wat niet automatisch ook het jaar is waarin de betaling is gedaan.

AWBZ/Wlz-zorg bestaat uit verpleging en verzorging van ouderen en chronisch zieken, gehandicaptenzorg en langdurige geestelijke gezondheidszorg.

Wat behelst het onderzoek

Nadere toelichting

Het pgb is een subsidieregeling waarvan het plafond jaarlijks door het ministerie van VWS wordt vastgesteld. De door zorgkantoren toegekende bedragen voor pgb’s mogen het subsidieplafond niet overschrijden. Indien op een bepaald moment in het jaar het plafond is bereikt dan kunnen zorgkantoren geen pgb’s meer toekennen.

Het Zorginstituut Nederland heeft tot 2015 als taak de hoogte te bewaken van de door zorgkantoren toegekende budgetten in vergelijking met het subsidieplafond. Vanaf 2015 wordt deze taak overgenomen door de Nederlandse Zorgautoriteit.

De definitieve cijfers over bestede pgb’s worden verwerkt in de definitieve begrotingen en jaarverslagen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De MLZ-cijfers over het PGB zijn in 2012 inclusief de toegekende en bestede bedragen in het kader van Vergoedingsregeling persoonlijke zorg (VPZ). Deze vergoedingsregeling voorzag mensen met een complexe zorgvraag (van minimaal 10 uur per week op basis van een extramurale AWBZ-indicatie) van een individueel budget voor het inkopen van zorg. Deze regeling is in 2012 ingegaan; in 2013 is de regeling opgegaan in de PGB regeling.

Doelpopulatie

Alle personen die een pgb toegekend hebben gekregen door een zorgkantoor voor het zelf inkopen van zorg ten laste van de AWBZ/Wlz. Een zorgkantoor is een organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van AWBZ/Wlz-zorg.

Statistische eenheid

Personen.

Aanvang onderzoek

2009.

Frequentie

De cijfers over gebruik (aantal budgethouders) per kwartaal en jaar. De cijfers over de uitgaven (het toegekende en bestede bedrag) jaarlijks.

Publicatiestrategie

Er wordt gestreefd naar de zogenaamde 1-op-1 publicatienorm, waarbij de tijd tussen het einde van de verslagperiode en publicatie van de gegevens niet langer is dan de verslagperiode zelf. Dit betekent dat kwartaalcijfers over gebruik uiterlijk 3 maanden na afloop van het kwartaal worden gepubliceerd. Jaarcijfers over uitgaven worden uiterlijk 12 maanden na afloop van het jaar gepubliceerd.

De cijfers over het meest recente (verslag)kwartaal en -jaar zijn voorlopig. De cijfers over de voorgaande kwartalen en jaren zijn definitief, dat wil zeggen dat ze binnen de MLZ niet meer worden aangepast.

Met ingang van 2015 wijzigt de publicatiestrategie: De kwartaalcijfers van het meest recente verslagjaar zijn voorlopig. De overige kwartaalcijfers zijn definitief, dat wil zeggen dat ze binnen de MLZ niet meer worden aangepast. Bij het verschijnen van het eerste kwartaal van een nieuw verslagjaar, worden de cijfers van alle voorgaande kwartalen definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratiegegevens.

Waarnemingsmethode

Deze statistiek maakt voor gegevens over het toegekende pgb (zowel aantallen personen als bedragen) gebruik van de registratie van deze gegevens door de Nederlandse Zorgautoriteit (vanaf 2015), en het Zorginstituut Nederland (tot 2015). Voor de gegevens over het bestede bedrag aan pgb’s word gebruik gemaakt van de registratie van deze gegevens door het Zorginstituut Nederland. Zorgkantoren leveren deze gegevens aan het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit. Het bestede bedrag is gebaseerd op de verantwoording door budgethouders aan zorgkantoren.

Berichtgevers

Budgethouders en zorgkantoren; Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit.

Steekproefomvang

Geen steekproef. Er wordt gebruik gemaakt van een integrale registratie van alle zorgkantoren (en dus alle personen met een pgb voor AWBZ/Wlz-zorg).

Controle- en correctiemethoden

Het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (vanaf 2015) controleren de door de zorgkantoren aangeleverde gegevens over het aantal budgethouders en de toegekende bedragen op plausibiliteit. Indien nodig wordt contact opgenomen met het zorgkantoor. Gezien de korte doorlooptijd is het niet altijd mogelijk om eventuele correcties nog te verwerken in de betreffende gegevenslevering aan het CBS. Deze correcties worden dan verwerkt in de gegevens van de periode erna.

De bestede bedragen zijn ontleend aan de door budgethouders ingevulde verantwoordingsformulieren. De zorgkantoren controleren deze verantwoordingsformulieren steekproefsgewijs. Bij deze intensieve controles vragen zij zorgovereenkomsten, declaraties en bankafschriften op bij de budgethouders. Het Zorginstituut ontvangt de gegevens over de bestede bedragen van de zorgkantoren in de vorm van een jaarlijkse vaststellingsaanvraag voor de subsidie voor persoonsgebonden budgetten. Deze aanvraag is voorzien van een accountantsverklaring. De Nederlandse Zorgautoriteit ontvangen de pgb-gegevens van de zorgkantoren via de zogenaamde 'inormatieuitvraag individueel aangepaste hulpmiddelen en pgb'.

Voor levering aan het CBS tellen het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit de cijfers van de verschillende zorgkantoren op tot landelijke totalen.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek neemt de landelijke pgb-cijfers van het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit rechtstreeks over in de MLZ.

Weging

De cijfers worden niet gewogen of opgehoogd omdat het Zorginstituut en de Nederlandse zorgautoriteit (vanaf 2015) gegevens leveren over de gehele populatie van zorgkantoren (en dus alle personen met een pgb).

Nauwkeurigheid

Er wordt gebruik gemaakt van een integrale registratie. De nauwkeurigheid van de statistiek is afhankelijk van de nauwkeurigheid van deze registratie. Het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) (vanaf 2015) vragen de gegevens bij zorgkantoren op en gebruiken deze gegevens voor het monitoren van de actuele financiële ontwikkelingen in de AWBZ/Wlz. Daarom hebben de zorgkantoren een duidelijk belang bij het leveren aan het Zorginstituut en de NZa van tijdige, volledige en juiste gegevens.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De opzet van de statistiek vindt vanaf 2009 op vergelijkbare wijze plaats.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De cijfers worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na correctie, voldoende plausibel zijn bevonden.

Bij de beoordeling wordt gekeken of de pgb-cijfers consistent zijn in de tijd en of de cijfers onderling consistent zijn. Daarnaast worden de pgb-cijfers vergeleken met cijfers van het ministerie van VWS over het subsidieplafond.