Huisartsinschrijvingen van verzekerde personen die in 2022 verhuisd zijn, naar Wlz-indicatie en Wlz-gebruik.
Van de in 2022 verhuisde personen met een geldige adresinschrijving op 1 januari van dat jaar is de eerste adreswijziging in de BRP in 2022 bepaald. Op basis van declaraties van een inschrijftarief in de huisartsdeclaratiebestanden is bepaald bij welke huisarts de verhuizer in de 6 maanden voor de verhuizing ingeschreven stond, en of de verhuizer in de kwartalen daarna bij dezelfde een andere huisarts ingeschreven stond. Ook is bekeken of de verhuizer en de huisarts in hetzelfde postcode gebied waren, en hoeveel tijd er verstreken is tussen de adreswijziging en de eerste declaratie van een inschrijftarief door de nieuwe huisarts. Verder is op basis van de indicaties van het CIZ bepaald of men op de verhuisdatum toegang had tot de Wet langdurige zorg (Wlz). En is op basis van de Wlz zorg in natura en pgb declaraties bekeken of de verhuizer in de maand na verhuizing gebruik maakte van Wlz-zorg. Bij gebruik van pgb-gefinancierde Wlz-zorg is vervolgens op basis van de toegekende budgetten bepaald of men een wooninitiatief-toeslag had. Omdat clienten die gebruik maken van Wlz-zorg in een verblijfssetting met behandeling alle zorg die een huisarts normaliter levert vanuit de Wlz-instelling ontvangen, hebben deze mensen doorgaans geen inschrijving bij een huisarts. Daarom is deze groep in een aparte rij getoond.
LET OP: op 20 juni 2025 is de eerste versie van deze tabel, waarin verhuizers zonder een geldig adres op 1 januari 2022 waren meegenomen, en waar gekeken was naar de inschrijving bij een huisarts in het kwartaal voor de verhuisdatum vervangen door de tweede versie. Op 23 juni 2025 is deze versie vervangen door de huidige tabel waarin alleen personen zijn meegenomen die in 2022 Zvw-verzekerd waren. Op 24 juni is de tabel aangevuld met tabel 4.