Vergelijking publicaties binnen het thema Indicatie

MLZ-cijfers versus CIZ-cijfers

Het CIZ is sinds 2005 de landelijke organisatie die toetst of personen aanspraak kunnen maken op langdurige-zorg vallend onder de AWBZ (tot 2015) of recht hebben op zorg uit de Wlz (vanaf 2015). Vanaf 2015 voert het CIZ ook de indicatiestelling uit voor de subsidieregelingen die onder de Wlz vallen: ADL-assistentie en behandeling zonder verblijf. En tussen 2015 en 2017 ook de tijdelijke subsidieregeling eerstelijns verblijf (ELV).

Daarnaast is er van 1 januari 2015 tot 1 juli 2017 sprake van een overgangsrecht voor personen die vóór 2015 geen indicatiebesluit met een zorgzwaartepakket (zzp) hadden, maar vermoedelijk wel in aanmerking komen voor Wlz-zorg. Met het overgangsrecht kunnen deze zogenaamde Wlz-indiceerbaren aanspraak maken op Wlz-zorg. Herindicaties van het CIZ moeten uitsluitsel geven over aanspraak op Wlz-zorg van deze groep na 1 juli 2017.

Het CIZ publiceert over haar indicatiebesluiten in diverse rapportages en beleidsanalyses te vinden op CIZ.nl en in de CIZ-databank. De MLZ-cijfers over het aantal personen met een indicatie wijken af van het aantal dat het CIZ publiceert.

Redenen voor afwijking

De afwijking heeft verschillende redenen:

  • Koppeling is niet volledig. De gegevens van het CIZ worden op cliëntniveau, op basis van het BSN, gekoppeld met de BRP. Een aantal indicaties kan niet met de BRP gekoppeld worden omdat het BSN ontbreekt of niet juist is. Voor 2008 werd het BSN niet verplicht geregistreerd door het CIZ. Dit trad op bij indicaties voor AWBZ-zorg, vooral bij zorg met verblijf.
  • Verschil in populatie. De MLZ-jaarcijfers hebben uitsluitend betrekking op personen die gedurende het verslagjaar of op de peildatum in de BRP staan ingeschreven. Bij publicatie van de MLZ-kwartaalcijfers zijn de BRP-gegevens nog niet beschikbaar en wordt er gepubliceerd over personen die op de peildatum of in de verslagperiode voorkomen in de registratie van het CIZ zonder dat bekend is of zij op dat moment staan ingeschreven in de BRP.
  • Verschil in peilmoment. Het CIZ publiceert uitsluitend cijfers op een peildatum en hanteert hierbij de peildata 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. In de MLZ wordt er bij de jaarcijfers gepubliceerd over de tweede vrijdag van november. De kwartaalcijfers bevatten gegevens over de tweede vrijdag van februari, mei, augustus en november.
  • Verschil in moment van publiceren. Het CIZ voert doorlopend mutaties door in het databestand waarop de online rapportages zijn gebaseerd. De cijfers in de MLZ zijn gebaseerd op een afslag van dit databestand op een bepaalde datum en worden dus niet doorlopend gemuteerd.
  • Verschil in afbakening van indicaties. Vanaf 2015 worden in de MLZ alleen de Wlz-indicaties meegeteld en niet de zorg onder de subsidieregelingen ADL-assistentie en behandeling zonder verblijf en de tijdelijke subsidieregeling ELV. Van de Wlz-indicaties wordt partnerverblijf nu nog niet meegeteld in de MLZ in tegenstelling tot de CIZ-publicaties.

MLZ-cijfers versus Jeugdmonitor-cijfers

Op CBS StatLine en Jeugdmonitor StatLine worden ook gegevens over jongeren met een indicatie voor AWBZ/Wlz-zorg gepubliceerd. Ook op de MLZ zijn hierover gegevens terug te vinden:

Na 2015

Sinds de hervorming van de langdurige zorg per 1 januari 2015 zijn de Bureau’s Jeugdzorg niet meer verantwoordelijk voor de indicatiestelling van jongeren met een psychiatrische grondslag. Jongeren met een andere dan psychiatrische grondslag worden door het CIZ geïndiceerd voor de Wlz. Gegevens over deze jongeren zijn terug te vinden in de CIZ-indicatietabellen op MLZ-StatLine.

Voor 2015

Voor 2015 werden jongeren met psychiatrische grondslag geïndiceerd voor de AWBZ door de Bureau’s jeugdzorg. Jongeren met een andere dan psychiatrische grondslag werden geïndiceerd door het CIZ. Gegevens van voor 2015 over jongeren met een AWBZ-indicatie zijn op twee plaatsen terug te vinden:

  • Jongeren met een psychiatrische grondslag staan in de tabel Personen met AWBZ-indicatie van Bureaus Jeugdzorg.
  • Jongeren met andere dan psychiatrische grondslagen worden door het CIZ geïndiceerd voor AWBZ-zorg en zijn te vinden in de indicatietabellen die gebaseerd zijn op CIZ-gegevens.

Er zijn jongeren die in het jaar zowel een BJZ als een CIZ indicatie hebben, waardoor de aantallen op MLZ-StatLine zoals hierboven genoemd niet optelbaar zijn.

Redenen voor verschil

De MLZ-cijfers verschillen van de Jeugdmonitor-cijfers om de volgende redenen:

  • Verschil in populatie. De doelpopulatie betreft in de Jeugdmonitor personen tot 18 jaar. In de BJZ-tabel van de MLZ zijn hiernaast ook indicaties opgenomen van personen tussen 18 en 23, wanneer zij voor hun 18e door een BJZ zijn geïndiceerd voor AWBZ-zorg met als grondslag een psychiatrische aandoening.
  • Verschil in regio-indeling. De jongeren zijn op verschillende manieren ingedeeld naar regio. Op de Jeugdmonitor is het woonplaatsbeginsel van de Jeugdwet (2015) gevolgd (zie de website van CBS). In de tabel op de MLZ is de woonplaats uit de BRP gebruikt.