Wat is bij Indicatie het verschil tussen zorg zonder verblijf en zorg met verblijf?
AWBZ-indicaties waren ingedeeld naar indicaties voor zorg met en zorg zonder verblijf.
Indicaties voor zorg zonder verblijf waren tot 2015 onderverdeeld in de AWBZ-functies begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging, behandeling en ADL-assistentie (beschikbaar vanaf 2012). Ook de indicaties voor de AWBZ-functie kort verblijf (logeeropvang) vielen onder zorg zonder verblijf.
Indicaties voor zorg met verblijf betroffen zowel de AWBZ-indicaties voor een zorgzwaartepakket als de oude AWBZ-indicaties voor verblijf langdurig en verblijf tijdelijk klasse 4 of hoger. Na de hervorming langdurige zorg in 2015 is er geen onderscheid meer in indicaties voor zorg met en zonder verblijf.
Alle personen met een Wlz-indicatie kunnen ervoor kiezen in een verpleeghuis, GHZ-instelling of GGZ-instelling te gaan wonen. Wanneer de benodigde zorg ook thuis gegeven kan worden, kan iemand met een Wlz-indicatie ervoor kiezen thuis te blijven wonen.