Wat is bij Gebruik het verschil tussen AWBZ/Wlz-zorg zonder verblijf en zorg met verblijf?

Bij zorg met verblijf, verblijft een cliënt in een instelling. Zorg zonder verblijf is zorg aan cliënten die niet in een instelling verblijven.

Sinds de hervorming langdurige zorg in 2015 omvat Wlz-zorg zonder verblijf alle zorg die thuis wordt ontvangen via een van de leveringsvormen: volledig pakket thuis (vpt), modulair pakket thuis (mpt) of persoonsgebonden budget (pgb). Onder 'thuis' vallen ook onder meer aanleunwoningen, aangepaste woningen, geclusterde woningen die zorgcliënten zelf huren of in eigendom hebben. Een combinatie van mpt en pgb is ook mogelijk. Zorg met verblijf is zorg aan personen met een Wlz-indicatie die in een instelling wonen (verpleeghuis of instelling voor bijvoorbeeld personen met een handicap of beperking).

Tot 2015 betrof gebruik van zorg zonder verblijf in de AWBZ het gebruik van de functies begeleiding (beschikbaar vanaf 2011), persoonlijke verzorging en verpleging. Het omvatte alleen de zorg in natura waarvoor een eigen bijdrage betaald moest worden.

Gebruik van zorg met verblijf betrof de AWBZ-zorg in natura die ontvangen is in een instelling en waarvoor een eigen bijdrage betaald moest worden. Ook het gebruik van de AWBZ-functie kort verblijf (logeeropvang) viel onder zorg met verblijf.

Binnen het thema Gebruik valt Volledig pakket thuis onder zorg met verblijf.