Eigen bijdrage

Deel van de kosten voor zorg dat door de cliënt zelf betaald moet worden. De eigen bijdrage wordt door het CAK vastgesteld en geïnd.

Eigen bijdrage Wlz en Wmo verblijf: voor zorg uit de Wlz en voor Wmo ondersteuning met verblijf geldt een eigen bijdrage. De hoogte hiervan is afhankelijk van de samenstelling van de leefeenheid en het bijdrageplichtig inkomen van de leefeenheid. Voor de eigen bijdrage gelden de volgende afspraken:

  • Personen van 18 jaar of ouder die zorg ontvangen waarvan de kosten voor rekening van de Wlz komen, zijn wettelijk verplicht mee te betalen aan de kosten van die zorg;
  • De eigenbijdrage geldt voor alle leveringsvormen: verblijf, volledig pakket thuis (vpt), modulair pakket thuis (mpt) en zorg bekostigd uit een persoonsgebonden budget (pgb);
  • De eigen bijdrage is verschuldigd vanaf de dag dat de zorg voor rekening van de Wlz komt. Dit is meestal de dag van opname in de instelling, de dag waarop de sleutel van de kamer wordt ontvangen of de dag dat de zorg thuis begint. Bij opname in een Wlz-instelling voor een aantal dagen per week (zogenaamde logeeropvang) moet een eigen bijdrage betaald worden voor de dagen dat men in de instelling verblijft. Wanneer een cliënt in het ziekenhuis wacht op een plaats in een Wlz-instelling, dan moet de eigen bijdrage betaald worden vanaf de datum waarop het CIZ de indicatie heeft afgegeven;
  • De eigenbijdrageplicht eindigt zodra het verblijf niet meer voor rekening van de Wlz komt. Als de cliënt niet in de instelling verblijft, maar de plaats in de instelling gereserveerd blijft, bijvoorbeeld bij weekendverlof of bij tijdelijke opname in het ziekenhuis, blijft de eigen bijdrage verschuldigd;
  • Gemeenten bepalen of personen in aanmerking komen Wmo verblijf en of daar een eigen bijdrage voor betaald moet worden. Wanneer een eigen bijdrage wordt gevraagd, dan gaat dit meestal via het CAK.

Voor Wlz en Wmo verblijf wordt een lage eigen bijdrage (LEB) of hoge eigen bijdrage (HEB) betaald. Welke eigen bijdrage betaald wordt, hangt af van de situatie:

LEB:

  • De cliënt is voor het eerst opgenomen in een Wlz-instelling of de eerdere opname was langer dan 4 maanden geleden. De cliënt betaalt de eerste 4 maanden de lage eigen bijdrage;
  • Voor verblijf in een instelling voor beschermd wonen betaalt de cliënt de eerste 4 maanden een LEB;
  • De cliënt (of partner) heeft een indicatie voor tijdelijk verblijf langer dan 4 maanden (samenhangend met het zorgzwaartepakket) of de cliënt heeft een verklaring terugkeer naar de maatschappij;
  • De cliënt betaalt het levensonderhoud van kinderen waarvoor kinderbijstlag wordt ontvangen of de kinderen krijgen studiefinanciering;
  • De cliënt is gehuwd en partner woont nog thuis. Personen met een ongehuwden AOW gelden voor de Wlz als ongehuwd, ook als ze niet wettelijk gescheiden zijn;
  • De cliënt ontvangt een vpt;
  • De cliënt maakt gebruik van een mpt;
  • De cliënt maakt gebruik van een pgb.

HEB:

  • De cliënt  woont in een instelling (al dan niet voor beschermd wonen) en betaalt na de eerste 4 maanden een HEB.

In de periode 2015-2018 werd in de eerste 6 maanden een lage eigen bijdrage betaald en na 6 maanden een hoge eigen bijdrage.

Eigen bijdrage Wmo 2015 zorg thuis: Van 2015 tot met 2019 werd ook een eigen bijdrage geïnd voor Wmo ondersteuning thuis. De hoogte hiervan was afhankelijk van de gemeente waar de ondersteuning aangevraagd werd. Dit werd de eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen genoemd. Eigen bijdragen voor Algemene Voorzieningen werden via de gemeente geïnd en waren niet zichtbaar in de data van het CAK.

De eigenbijdrage Wmo 2015 gold voor ondersteuning in natura en voor ondersteuning in de vorm van een pgb;
De eigen bijdrage was verschuldigd vanaf de dag dat de ondersteuning aanving en eindigde als de ondersteuning stopte;
De eigenbijdrage Wmo 2015 werd per zorgperiode (4 weken) berekend en gefactureerd op basis van de maximale periode bijdrage (MPB). MPB gold vanaf zorgjaar 2016 enkel voor zorg uit de Wmo 2015 (uitgezonderd beschermd wonen). Voor zorgjaar 2015 gold binnen de Wlz ook een mpb voor mpt. Factoren die bepalend waren voor het vaststellen van de MPB zijn: (1) samenstelling huishouden: een- of meerpersoons; (2) (pensioengerechtigde) leeftijd, waarbij de hoogte van de eigen bijdrage afhankelijk is van de leeftijd van de jongste persoon binnen het huishouden; (3) Eigen bijdrageplichtig inkomen en eventueel vermogen.

Vanaf 2020 betalen personen die gebruik maken van Wmo 2015 het Wmo abonnementstarief.

Eigen bijdrage AWBZ: tot 2015 werd de eigen bijdrage voor de AWBZ en de Wmo door het CAK berekend en geïnd:

  • De eigenbijdrage AWBZ werd grotendeels op dezelfde wijze als de eigen bijdrage Wlz bepaald;
  • Onder de AWBZ betaalden cliënten voor zorg zonder verblijf een eigen bijdrage voor de functies begeleiding (data beschikbaar vanaf 2011), persoonlijke verzorging en verpleging;
  • Onder de AWBZ gold dat voor het eerste jaar van opname in een ziekenhuis, revalidatie-instelling of instelling voor geestelijke gezondheidszorg geen eigen bijdrage betaald hoefde te worden;
  • De eigenbijdrage Wmo werd grotendeels op dezelfde wijze bepaald als de Wmo 2015;
  • Onder de Wmo gold in alle gemeenten dat een eigen bijdrage voor huishoudelijke verzorging verplicht was.

Langdurige opname in een revalidatie-instelling of instelling voor geestelijke gezondheidszorg komt de eerste drie jaar voor rekening van de Zorgverzekeringswet, daarvoor hoeft geen eigen bijdrage betaald te worden.